1. De Commissie draagt er zorg voor dat personen die betrokken zijn bij overbrenging van accijnsgoederen als bedoeld in hoofdstuk IV en hoofdstuk V, afdeling 2, van Richtlijn (EU) 2020/262, langs elektronische weg een bevestiging kunnen krijgen van de geldigheid van accijnsnummers die in het in artikel 19, lid 4, bedoelde centrale register van deze verordening zijn opgenomen. De Commissie zendt verzoeken van marktdeelnemers om correctie van deze gegevens door aan het centrale verbindingsbureau voor accijnszaken of de verbindingsdienst die verantwoordelijk is voor de vergunning van die marktdeelnemer.
2. De centrale verbindingsbureaus voor accijnszaken of de verbindingsdiensten van de lidstaten dragen er zorg voor dat marktdeelnemers een bevestiging kunnen krijgen van de in artikel 19, lid 2, bedoelde gegevens die op hen betrekking hebben, alsook een correctie kunnen krijgen van eventuele onjuistheden.
3. De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan, onder door die lidstaat, het centrale verbindingsbureau voor accijnszaken of aangewezen verbindingsdiensten gestelde voorwaarden, een bevestiging geven van de in artikel 19, lid 2, bedoelde gegevens.